Halima brengt het Evangelie aan ontheemden Somaliërs

05-05-2025leestijd 9 min
Halima komt uit een bekende stam van Somalische politieke en islamitische leiders. “Als jong meisje moest ik met mijn familie het land ontvluchten toen een burgeroorlog uitbrak, omdat we tot de stam van de leider behoorden”, vertelt ze. De Somalische bevolking lijdt nog steeds onder de gevechten tussen de stammen en aanvallen van extremistische islamitische groepering Al-Shabaab.

Kruis


Opgroeiend als vluchteling in een buurland, krijgt Halima hulp van verschillende hulporganisaties. Het is daarom niet zo gek dat ze denkt te zijn beland bij het Rode Kruis. Een voorganger, die het Evangelie met haar man Bekele heeft gedeeld, brengt hen op zondag naar het gebouw met het lichtgevende kruis. Eenmaal binnen raakt de preek over de strijd tussen Jacob en Esau Halima’s hart. Ze kent Yaqub (Jacob) uit de Koran, die ze haar hele leven heeft bestudeerd, maar zoals de voorganger het vertelt, heeft ze het verhaal nog nooit gehoord. “Ik dacht dat hij het over míjn leven had. De strijd in Somalië vond plaats tussen mijn volksgenoten. De voorganger sprak over de reis van Jacob, hoe hij ontheemd de woestijn intrekt en op stenen slaapt. Ik moest huilen, omdat ik mezelf hierin herkende.” Als de voorganger vraagt wie Christus wil leren kennen, steekt ze haar hand op. Het echtpaar blijft een paar dagen in de kerk en leert de basisbeginselen van het christelijk geloof. “We hielden van het onderwijs. De Heilige Geest overtuigde ons ervan dat Christus de Zoon van God is. Dat hadden we in de islam natuurlijk niet geleerd."

Somalische christenenSomalische christenen


Pistool


Al snel vertelt Halima het Evangelie aan anderen. Haar familie is geschokt dat ze christen is geworden. Als ze haar zieke vader thuis bezoekt, valt haar broer haar aan omdat ze met zijn dochter heeft gesproken over Jezus. De broer richt een pistool op Halima, maar ze weet via een raam te vluchten. Na verloop van tijd worden Halima en Bekele gedoopt, verder onderwezen in het geloof en toegerust om het Evangelie te delen. In 2000 wordt het stel uitgenodigd om een training voor christelijke leiders in Nigeria te volgen. Als ze op het vliegveld aankomen voor hun vertrek, krijgt Halima geen toestemming om te reizen. Ondanks hun protesten moet Bekele zonder haar gaan. Twee dagen later krijgt Halima verschrikkelijk nieuws. Kort na het opstijgen na een tussenlanding in Ivoorkust stort het vliegtuig waarmee Bekele reisde, neer in de Atlantische Oceaan. Hij en 168 anderen komen om. Halima reist naar Ivoorkust om het lichaam van haar man te identificeren. “Het was heel moeilijk, maar omdat ik me aan God vastklampte, heb ik het overleefd.” Haar familieleden weigeren om met haar te rouwen. “Er kwam zelfs niemand van mijn familie om me te troosten,” vertelt ze. “Omdat ik Allah afwees, is de dood van mijn man volgens hen een straf.”

"Mijn familie troostte mij niet."


Aangevallen


Haar moslimfamilie verwacht dat ze het christelijke geloof zal opgeven na dit pijnlijke verlies. Maar Halima groeit juist dichter toe naar Christus. “De Heilige Geest hielp me en troostte me.” Toen Bekele nog leefde, zong Halima vaak terwijl haar man gitaar speelde. Na zijn dood begint ze met het schrijven en opnemen van christelijke muziek voor een cd. “Er kwamen liederen op in mijn hart en ze bemoedigden me.” Haar familie beschouwt haar muziek als godslasterlijk. Een van haar broers is zo woedend dat hij een paar moslimvrienden belt om haar aan te vallen. Als ze op een dag de kerk verlaat, wordt ze geslagen door twee mannen. “Mijn gezicht was gezwollen en bloedde.” Gelukkig ziet een politieagent in de buurt de aanval en hij arresteert de mannen.Halima gaat naar huis om bij te komen. Maar thuis voelt ze dat God tot haar spreekt. “Ik knielde neer en bad en God zei tegen me: ’Ga terug en help die mannen om vrij te komen.’” Maar dat wil Halima niet. “God, U geeft niet om mij! Waarom geeft U mij deze boodschap?!” roept ze uit.

Biddende Somalische vrouwBiddende Somalische vrouw


Vrijgelaten


Ondanks haar aarzeling besluit ze de volgende dag naar het politiebureau gaan. Ze maakt een ontbijt en neemt dat mee. Een hoge politiefunctionaris vertelt haar dat de aanvallers minstens zes jaar gevangenisstraf zullen krijgen. “Ik viel voor zijn voeten neer en smeekte om hun vrijlating.” Uiteindelijk stemt de politieman toe en laat haar een document ondertekenen waarin zij instemt met de vrijlating van de mannen. Ze geeft hun ontbijt en vertrekt. Negen maanden later hoort ze iemand haar naam roepen bij de kerk waar ze is aangevallen. Tot haar schrik ziet ze een van haar aanvallers aan komen lopen. “Halima, ik doe je geen kwaad. Vandaag ben ik hier om een andere reden.” Hij vertelt haar dat hij na zijn vrijlating uit de gevangenis zes weken lang moeite had om te slapen, totdat hij uiteindelijk zijn geloof vestigde op de enige ware God. “Ik ben een volgeling van Jezus geworden en mijn dorp is ook gered!” vertelt de man dankbaar.

Halima verkondigt het Evangelie aan ontheemde Somaliërs in Oost-Afrika. Ze gaat vaak kleine winkeltjes binnen om te praten met de Somalische vrouwen die er werken. Omdat zij ook ontheemd is, kent ze hun strijd en zorgen. Veel van de vrouwen hebben last van angsten en slaapproblemen. Halima luistert naar hen en biedt aan om voor hen te bidden. Als ze later vraagt hoe ze hebben geslapen, vertellen velen haar dat ze eindelijk een rustige nacht hebben gehad. Dan vragen ze haar meestal weer om gebed, wat Halima de gelegenheid geeft om uit te leggen hoe ze zelf tot God kunnen bidden. “Ik vertel dat als je Isa al-Masih (Jezus de Messias) volgt, God je zal verhoren zoals Hij mijn gebeden verhoort.
 
Terug naar overzicht