"We zullen Jezus niet verloochenen"

10-11-2017
Vader Mahrous el Saied is verdrietig, maar tegelijkertijd trots op zijn twee zonen Georges (24) en Kerelos (18). De twee broers waren eind mei met zesentwintig andere Koptische christenen vanuit de Zuid-Egyptische stad Minya onderweg naar het Sint Samuel-klooster. Ze werden staande gehouden door gemaskerde IS-strijders. Toen ze weigerden om moslim te worden, werden ze doodgeschoten.

Bij binnenkomst in het ouderlijk huis, laten Mahrous en zijn vrouw Amalia meteen de slaapkamer zien van hun twee vermoorde zonen. Het is een herinneringskamer geworden. Op het bed staat een kartonnen bord met daarop verschillende foto’s van de mannen. Het bureau ligt vol met boeken en schriften. Alles is nog precies zoals het was op de dag dat de twee broers de kamer voor het laatst verlieten om naar het Sint Samuel-klooster te gaan. Op het bureau ligt een Bijbel geopend bij Psalm 35. Het is de psalm die Kerelos las op de ochtend van de aanslag. In het licht van het drama dat later die dag plaatsvindt, een confronterende psalm. ‘Roep ter verantwoording, Heere, wie mij ter verantwoording roepen; bestrijd wie mij bestrijden.’

Verloochenen
Het was vroeg in de ochtend toen een bus en een aantal auto’s op vrijdag 26 mei vanuit Minya naar het Sint-Samuel-klooster vertrokken. De christenen reisden naar het klooster om te bidden en om vrijwilligerswerk te doen.  

“Toen mijn zoon Georges de gemaskerde mannen zag staan,
wist hij meteen wat er aan de hand was”

“Na ongeveer veertig kilometer werd de groep tegengehouden door twee witte SUV-auto’s met tien gemaskerde IS-strijders”, vertelt Mahrous, die het verhaal gehoord heeft van een overlevende die met zijn zoons in één van de volgauto’s zat. “Mijn zoon Georges heeft in het leger gezeten. Toen hij de gemaskerde mannen zag staan, wist hij meteen wat er aan de hand was. Hij zei tegen de anderen in de auto: ‘Ze gaan vragen of we ons geloof in Jezus willen verloochenen, maar dat moeten we niet doen.’ Het bleek inderdaad te gaan zoals Georges had gezegd. De IS-strijders vertelden dat je je leven kon redden door moslim te worden en het geloof in Jezus op te geven. Mijn zoons zeiden: ‘We zijn christen en gaan Jezus niet verloochenen.’ Vervolgens werden ze neergeschoten, samen met zesentwintig andere christenen die weigerden moslim te worden.”

Troost
Niet lang na de aanslag werd Mahrous gebeld door iemand die de mobiele telefoon van zijn zoon Georges had gevonden. “Hij vertelde me dat mijn zoon een ongeluk had gehad en in het ziekenhuis in Minya lag. Toen we daar heen gingen, hoorden we dat mijn zoons waren doodgeschoten.”

Mahrous zwijgt even en vervolgt dan: “Hoewel het verdriet groot is, ben ik trots dat mijn zonen hun geloof in Jezus niet hebben opgegeven. We missen Georges en Kerelos. Ik hield meer van hen dan van mijzelf. Tegelijkertijd worden we gesteund door de wetenschap dat ze nu voor eeuwig in hemel zijn, bij Jezus. Er is geen betere plek denkbaar. Wat zou ik graag bij ze willen zijn.” Mahrous vertelt dat Georges in oktober dit jaar zou trouwen. Graag had hij hem willen helpen om het huis dat hij samen met zijn aanstaande vrouw zou gaan betrekken, klaar te maken. “Ik werd getroost door de woorden van Jezus, die zegt: ‘In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen.’ Dat huis is veel mooier dan wat ik hen kan bieden.”


Begraven
Georges en Kerelos werden aanvankelijk niet ver van hun ouderlijk huis begraven. Na vijftig dagen zijn ze echter opgegraven om vervolgens een nieuwe rustplaats te krijgen in het SintSamuel-klooster. Het klooster deed dit aanbod aan de familie omdat Georges en Kerelos zich zoveel jaren als vrijwilliger voor het klooster hadden ingezet. Mahrous en Amalia beschouwden het aanbod als een grote eer. Mahrous. ”Toen de lichamen na vijftig dagen werden opgegraven, bleek dat ze er nog precies hetzelfde uit zagen als op de dag van de begrafenis. De lichamen waren nog niet ontbonden en dat vonden we erg bijzonder.”


‘In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed:
Ik heb de wereld overwonnen.’

Zegeningen
Ondanks het verdriet ervaart het getroffen gezin veel steun door te bidden en het lezen uit de Bijbel. “God is veel groter dan wij. Hij is almachtig. Hij heeft met alles een doel, maar wij kunnen dat vaak niet begrijpen. Ik herken mezelf erg in Job. God nam alles van hem af. Vervolgens zegt hij: ‘De Heere heeft gegeven en de Heere heeft genomen; de Naam van de Heere zij geloofd.’ Dat ervaar ik ook zo. We ontvangen veel zegeningen van God en zijn blij met de twee dochters die we nog hebben. Het is belangrijk om te realiseren dat de Bijbel zelf zegt dat we als volgelingen van Hem met vervolging te maken zullen krijgen. ‘In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’

“Of ik nooit gevoelens van boosheid heb over de IS-strijders die deze daad op hun geweten hebben? Zeker, ik ben een mens. Dat soort gevoelens heb ik ook. Ik merk wel dat wanneer ik de Bijbel lees, dit gevoel minder wordt. De wetenschap dat mijn zoons het nu veel beter hebben, geeft steun. Onlangs werd ik sterk bemoedigd door de woorden van Paulus. ‘Want het leven is mij Christus en het sterven is voor mij winst.’ (Fil. 1:21)












Terug naar overzicht