Kyung-ja hoorde van haar folteraar over Jezus

04-05-2018
Terwijl ‘Kyung-ja’ weggleed in bewusteloosheid, hoorde ze haar ondervrager woorden roepen die ze nog nooit in de zesenvijftig jaar van haar leven gehoord had: ‘Bijbel’, ‘God’ en ‘Jezus’. Kyung-ja begreep wel waarom de vrouwelijke bewaker haar verhoorde over haar laatste trip naar China en over haar dochters vlucht naar Zuid-Korea, maar ze had geen idee waarom de vrouw vragen bleef stellen over iets dat ze ‘christendom’ noemde.

“Ik hoorde voor het eerst over het christendom van mijn folteraar”, vertelt de Noord-Koreaanse Kyung-ja. “De verwarrende en aanhoudende ondervraging wekte mijn nieuwsgierigheid. Toen ik werd gearresteerd had ik geen geloof of idee van God, maar nu móest ik weten wat dit christendom zo gevaarlijk maakte.”

Kyung-ja had twee keer eerder vastgezeten, vanwege illegale oversteken naar China. Deze keer was de situatie ernstiger dan eerst. In plaats van een paar maanden ‘heropvoeding’ in een werkkamp, werd ze herhaaldelijk gemarteld, waarschijnlijk omdat haar dochter naar China was gevlucht, wat gezien wordt als verraad.

Wreed mishandeld


Nadat Kyung-ja twee maanden lang wreed mishandeld was, stond het voor de bewaakster vast dat ze geen banden had met christenen in Noord-Korea. Daarom zond ze Kyung-ja, die inmiddels niet meer dan 32 kilo woog, naar een werkkamp. Kyung-la nam haar vragen over het christendom met zich mee.
“Wat is God?” vroeg ze een medegevangene. “Wat is de Bijbel?”
“Ssst, naar dat boek moet je helemaal niet vragen!”
De angst van de gevangene bevestigde Kyung-ja’s verdenking dat het christendom een verboden religie was, een godsdienst voor criminelen.

Verlangen naar vrijheid


Kyung-ja bracht de zes daarop volgende maanden door in een werkkamp. Ze moest zwaar werk verrichten onder onmenselijke omstandigheden. Dagelijks zag ze gevangenen sterven vanwege de afschuwelijke condities of de verwondingen die ze opliepen door genadeloze afstraffingen. Kyung-ja verlangde intens naar vrijheid. Haar man was gestorven tijdens een eerdere gevangenschap, en ze wilde geen tijd missen met haar dochter, die naar Zuid-Korea was gevlucht. Ook wilde ze het werkkamp uit om meer te leren over het christendom, ondanks haar aanvankelijke twijfels erover.


Een kamp in Noord-KoreaEen kamp in Noord-Korea



Na zes maanden van gedwongen arbeid werd Kyung-ja vrijgelaten. Ze vermoedt dat dat gebeurde omdat ze de waarheid had verteld over haar reis naar China. Ze had Noord-Korea verlaten omdat ze naar mogelijkheden zocht om haar familie te eten te geven. In die tijd staken veel mensen de grens met China over om hun gezinnen te voeden. Als ze terugkeerden naar Noord-Korea en gesnapt werden, kregen ze gewoonlijk een paar maanden ‘heropvoeding’ in een dwangarbeiderskamp. Zwaardere straffen kwamen minder vaak voor.

Eindelijk antwoorden


Intussen was Kyung-ja’s dochter in Zuid-Korea hard aan het sparen om haar moeder te laten vluchten. Met hulp van een voorganger kon Kyung-ja Noord-Korea voorgoed verlaten. En toen, tijdens een gesprek met haar dochter, kreeg Kyung-ja eindelijk antwoorden op haar vragen over het christendom. Ze leerde wie God is en dat Hij werkelijk bestaat. Kyung-ja besloot niet lang daarna om Jezus te volgen en ze vond vrijheid bij de God over wie ze voor het eerst had gehoord toen ze werd geslagen door een gevangenisbewaakster.

Kyung-ja woont inmiddels in Zuid-Korea en ze slaat nooit een kerkdienst over. Ze deelt haar getuigenis vol passie met anderen. Hoewel ze nog worstelt met de gevolgen van haar traumatische tijd in de gevangenis, in de vorm van angst, depressie, nachtmerries en een onregelmatige hartslag, vindt ze toch vrede in Christus.

Dankbaar


Ze is tegenwoordig betrokken bij een programma dat wordt gesponsord door een zusterorganisatie van SDOK. Noord-Koreaanse christenen krijgen Bijbels onderwijs en worden toegerust om het Evangelie te delen met andere Noord-Koreanen. Als ze terugkijkt hoe de zaadjes van het Evangelie in haar hart werden geplant door haar folteraar, is Kyung-ja God heel dankbaar. Haar liefde voor Christus groeit elke dag en ze is bereid “Hem te volgen tot in de dood.”
“Als ik terugkijk”, zegt ze, “dan zie ik Gods genade.”


Terug naar overzicht